Gedichten 2

Kom

Ik strek mijn liefde naar je uit.
Je hoeft niet meer alleen te zijn.
Kom bij me, word mijn bruid
op deze dag van Valentijn.

Elke dag

Elke morgen, elke middag,
elke avond, elke nacht
heb ik heel stiekem
aan ons samen gedacht.

Ik dagdroom van jou,
wil steeds bij je zijn.
Ik hoop maar dat jij
mijn Valentijn wilt zijn.

Foto

Ik heb van jou een foto
die hangt hier aan de muur
Ik kijk er elke dag naar,
nee, haast wel ieder uur.

Maar als die foto weg was,
dan zag ik nog je snoet.
Ik vergeet van jou geen haartje,
geen rimpeltje, geen sproet.

Hondje

Ik wou dat ik je hondje was
dat je altijd wilde strelen.
Ik zou alles voor je doen
en vrolijk met je spelen.

In het park zou ik rennen,
in de zon, ja lekker buiten.
En wilde je dat ik kwam?
Je hoefde maar te fluiten.

Jij

Ik wil het van de daken schreeuwen.
Ik zet het morgen in de krant.
Jij bent de aller-allerliefste
van het hele land.

Kijk

Ik stuur dit Valentijnskaartje aan jou,
omdat ik zoveel van je hou.
Nee, ik zeg je niet mijn naam.
Wil je weten wie ik ben?
Kijk dan vanavond om acht uur uit je raam.

Kom

Ik heb een lieve vader.
Ik heb een lieve moe.
Maar zeg je: “Kom!”
Dan ga ik naar jou toe.

Want ik wil altijd
en eeuwig bij je zijn.
Dus zeg alsjeblieft:
“Kom, mijn lieve Valentijn.”

Altijd

Ik schreef je naam in de lucht,
maar de wind nam hem mee.
Ik schreef je naam in de sneeuw,
maar de zon smolt hem weg.
Ik schreef je naam in mijn hart
en daar zal hij eeuwig blijven.

Illusie

Liefde is een illusie,
dacht ik. Maar zie!
Op de dag dat ik jou vond,
wist ik dat zij echt bestond.

Vlinder

Op een zonnige lentedag
zat ik op een terras.
Het was er nogal druk,
ik nipte aan mijn glas.
Toen landde er een vlinder
zomaar op mijn wang.
Zij klapwiekte haar vleugels,
ze zat er niet zo lang.
Ze fladderde weer verder
en ik volgde haar spoor.
Ze vloog doelbewust
naar jouw linkeroor.
Je hebt toen opgekeken.
Ik kreeg een lieve lach.
Die vlinder bracht ons samen
op een zonnige lentedag.

Steeds meer

Ik zag je in het laantje,
daar bij de hoge beuk.
Boven ons stond het maantje.
Ik vond je gelijk al leuk.
De sterren leken mat
bij jouw stralende ogen.
Ik vond je direct een schat,
dat meen ik ongelogen.
Nu zijn we alweer
zolang een gelukkig stel
en ik houd steeds meer
van jou zo lijkt het wel.

Ring

Ik schenk je deze ring van goud,
de cirkel van het leven.
Hij zegt dat ik van je houd
en altijd om je zal geven.

Wil je hem dragen
en mijn geliefde zijn?
Dat wil ik je vragen
op de dag van Valentijn.

Vuur

Mijn liefde voor jou
is een heftig avontuur.
Ik was een dorre tak,
jij ontstak mijn vuur.

Ik voel me gekoesterd
in je liefdevolle handen.
Ik weet dat ons vuur
nog heel lang zal branden.

De zevende kaart(Valentijnsblues voor jongens)

Niemand stuurt me een kaartje.
Voor mij is de wereld koud.
Het lijkt wel of er geen meisje is,
dat waarlijk van me houdt.

Dus koop ik zelf zes kaarten
en stuur ze naar me toe.
Ik onderteken ze met Manon, Shirley,
Sanne, Viola, Roosje en Miloe.

Vurig hoop ik op een zevende,
getekend door ‘Jouw Valentijn’.
Dan zal 14 februari ineens
een heel mooie dag voor me zijn.

De zevende kaart(Valentijnsblues voor meisjes)

Niemand stuurt me een kaartje.
Voor mij is de wereld koud.
Het lijkt wel of er geen jongen is,
die waarlijk van me houdt.

Dus koop ik zelf zes kaarten
en stuur ze naar me op.
Ik onderteken ze met Klaas, Willie,
Johan,Vincent, Daan en Rob.

Vurig hoop ik op een zevende,
getekend door ‘Jouw Valentijn’.
Dan zal 14 februari ineens
een grandioze dag voor me zijn.

Niet vrij(voor meisjes)

Ik heb in jou zo’n zin,
maar jij bent nu niet vrij.
Je hebt al een vriendin.
Er is geen plaats voor mij.

Toch heb ik de illusie
dat het ooit stuk zal lopen.
Wie weet komt er wel ruzie.
Ik blijf er stil op hopen.

Misschien is dat gemeen.
Ik blijf hier op je wachten.
Schat, aan jou denk ik alleen,
zie ons al samen in gedachten.

Niet vrij(voor jongens)

Heb ik dit nu verdiend?
Ik ben stapelgek op jou,
maar jij hebt al een vriend.
Wanhopig ben ik nou.

Toch heb ik de illusie
dat het ooit stuk zal lopen.
Wie weet komt er wel ruzie.
Ik blijf er stil op hopen.

Misschien is dat gemeen.
Ik blijf hier op je wachten.
Lieverd, ik ben nu wel alleen,
maar zie ons al samen in gedachten.

TERUG