Kees Keizer

En Jozef schrijft…

Terwijl de decemberwind onze sporen wist
bereiken we fluisterend de duistere vallei
– na weer een heuveltop en menig dal voorbij –
van binnen bruist het zacht. De avond gist

tot een volle sterrennacht
verstrengelde adem hemelwaarts. Je glimlacht

Het dorp, een vaag kontrast op de rand
van horizon en hemel
de laatste restjes van het daags gewemel
worden samen met de late kaarsen opgebrand

Vingertoppen markeren de nieuwe levenslijn
onder jouw strakke huid. Breekbaar porselein

De nacht breekt en nu reeds kraait een haan
het hart huilt al in het gouden Kind
en een oude wijze oostenwind
draagt zacht Zijn roepnaam aan.

TERUG