Boek/boekenbon

In het vroege voorjaar,
in de tuin die je zo goed kent,
hoor je plots niet meer de vogels,
omdat je zomaar in Egypte bent.

’s Zomers in extreme hitte,
languit liggend op het strand
ril je plotseling heel hevig,
nu ben je in de sneeuw beland.

In het najaar als de blaren vallen,
ritselend door ons straatje gaan,
kun je binnen fantaseren
over mannen op de maan.

’s Winters als de stormwind loeit,
gierend door de kale bomen
waan je je in de woestijn.
Je zit in een boekje weg te dromen.

Elk jaargetijde is geschikt,
van de buitenwereld niets te vrezen,
als je over een boek beschikt
waar je lekker in kunt lezen!

TERUG