Horloge

1.

Uren, dagen, maanden, jaren
vlieden als een schaduw heen.
Vadertje tijd maakt rasse schreden
dat weet vast wel iedereen.
Het is de hoogste tijd, is een gezegde.
Dat weet het kleinste kind al vroeg.
Tijd is geld, is ook een spreekwoord
en zo zijn er nog genoeg.
Als de tijd niet zou bestaan,
was dat zeker een gemis.
Haal het papier maar van dit pakje
en zeg me dan hoe laat het is.

2.

Toen je nog veilig beschermd
in de baarmoeder lag te dromen.
Ging iedereen al rekenen
wanneer je toch zou komen.

Er werd een datum vastgesteld.
Werd je een jongen of een meid?
Zou alles echt wel goed gaan?
Kwam je op de uitgetelde tijd?

We hebben moeten wachten,
je kwam later dan gepland,
maar toen je in onze armen lag
was het of we je altijd hadden gekend.

Dat ergens te laat komen,
dat gaat nog immer door.
Al weet je nu wel hoe laat het is,
want daar zijn klokken voor.

Om vanaf nu te voorkomen dat
je afspraakjes gaat missen,
krijg je van ons dit cadeau,
zodat je je niet meer kunt vergissen.

TERUG