Windgong
Als de Sint weer in het land is, zijn de bomen toch zo kaal,
de tuinen nat en zompig, alle vogels aan de haal.
Die zijn alweer vertrokken naar het diepe zuiden.
Buiten wordt het stil, je hoort haast geen geluiden.
Om die stilte te doorbreken, is dit dingetje bedacht,
Het maakt mooie klanken, al waait het nog zo zacht.